Minibuitenplaats Jagtlust zit vol met verrassingen | column Geeke Remmelts

Op de grens van Hilversum en Wijdemeren ligt buitenplaats Jagtlust; precies achter de oorspronkelijke ’s-Gravelandse Buitenplaatsen die keurig op een rijtje liggen. ‘Klein maar fijn’ is hier het motto, want hoewel Jagtlust nog geen tien hectare groot is, heeft het alle eigenschappen van een buitenplaats. Vanaf de Leeuwenlaan zie je het landhuis en de theekoepel die elk voorjaar in een zee van paarse krokussen zwemt. Maar er ligt nog veel meer moois op deze minibuitenplaats verborgen.

De theekoepel badend in een zee van krokussen.
De theekoepel badend in een zee van krokussen.© Natuurmonumenten/Kees Joustra

Even terug naar het begin. Oorspronkelijk lag op de plek van het landhuis een schapenboerderijtje genaamd ’Groot Jan’. Later komt hier een herberg met de veelzeggende naam ‘De Laetste Stuyver’. Rond 1800 wordt het terrein flink uitgebreid met een deel van het Trompenveld en verrijst er een eenvoudig landhuis met de naam Jagtlust. Ook wordt er een stuk van de naastgelegen buitenplaats Heilust aan toegevoegd, waar de achtzijdige theekoepel komt te staan. En natuurlijk wordt er een romantische tuin aangelegd met slingerpaden, een beekje en vijver.

De inpandige oranjerie van Jagtlust.
De inpandige oranjerie van Jagtlust.© Natuurmonumenten/Martin Stevens

Met de komst van de rijke Amsterdamse familie Six in 1861 krijg Jagtlust zijn huidige vorm. Willem Six laat het huis grondig verbouwen: er komen twee extra verdiepingen op, een torenachtige uitbouw en een inpandige oranjerie (waar de exotische planten overwinteren). Misschien nog wel leuker zijn de folly’s – sierbouwwerken die vaak niet zijn wat ze lijken – die zijn vader Jan Pieter Six liet bouwen. Op Jagtlust vind je een duivenhok in de vorm van een kleine kasteeltoren. En een vreemde kiezelgrot vanwaar je prachtig zicht hebt op de vijver. Je komt ze beide tegen als je ‘het rondje van Six’ loopt.

Het als kasteeltoren vermomde duivenhok.
Het als kasteeltoren vermomde duivenhok.© Natuurmonumenten/Martin van Lokven

Ook wandel je over de oude scheiwal, die diende als barrière tegen het vijandige Gooiland. Aan de achterzijde van het landhuis (niet toegankelijk voor publiek) staat een grote moerascipres, geplant rond 1845. Deze kun je herkennen aan zijn luchtwortels die als houten stompjes boven de grond uitsteken. Hiermee kan hij ‘ademhalen’ als hij met zijn wortels in het water staat. Neem ook even een kijkje in de moestuin als de poort open is.

Net voorbij de ingang staan nog de historische kweekbakken en druivenkassen.

Last but not least: op Jagtlust ligt een prachtig speelhuisje verstopt. Dit minigrachtenpandje werd in 1910 gebouwd door vier neefjes van Willem Six onder toeziend oog van een meestertimmerman. Op het dak liggen zelfs speciaal gebakken pannetjes. Das toch andere koek dan die plastic huisjes van nu.

Het speelhuisje.
Het speelhuisje.© Natuurmonumenten/Martin Stevens

Noordhollands Dagblad, Geeke Remmelts, 14 april 2022